Wetenschappelijke literatuur

Wetenschappelijke onderzoeken bewijzen de evidentie van chiropractie. Onderzoekers hebben een systematische review geschreven over de effectiviteit van gewrichtsmanipulaties en -mobilisaties voor een scala aan klachten.

Effectiviteit spinale en perifere gewrichtsmanipulatie en mobilisatie

Hoewel de chiropractische professie een enorme ontwikkeling heeft onderaan, blijft erkenning in Nederland vooralsnog uit. In het verleden heeft dit de samenwerking met andere disciplines niet gefaciliteerd. Een moeizame communicatie tussen (huis)artsen en chiropractoren, misvattingen en de verschillen in richtlijnen in Europese landen, inzake de behandeling van lage rugklachten, lijken de samenwerking tussen chiropractoren en andere disciplines te beïnvloeden (Brussee et al, 2001). Echter, gezien het academisch niveau van geregistreerde chiropractoren en de duidelijke kwaliteitseisen, zou onbekendheid een verregaande samenwerking niet langer in de weg mogen staan. Zo zijn er in verschillende landen chiropractoren in multidisciplinaire teams succesvol werkzaam in ziekenhuizen (Bishop et al., 2010). In een aantal Europese landen is chiropractie een aanbevolen interventie voor de behandeling van aspecifieke lage rugpijn (bijvoorbeeld in Engeland, getuige de NICE guidelines). Dit in tegenstelling tot Nederland, waar spinale manipulatie als een laatste optie wordt ingezet (CBO richtlijnen aspecifieke lage rugpijn). Daarentegen wordt manipulatie wel genoemd als overweging bij migraine patiënten, volgens de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Neurologie.

Misvatting over onderzoek naar effecten

De praktijk leert dat er bij collega’s in het medische circuit vaak de indruk bestaat dat er geen of nauwelijks onderzoek is gedaan naar de effecten van de chiropractische behandeling. In 2010 heeft een vijftal vooraanstaande onderzoekers een systematische review geschreven over de effectiviteit van gewrichtsmanipulatie, -mobilisatie en massage voor een scala aan klachten (Bronfort et al, 2010). Gebaseerd op 46 systematische reviews, 16 klinische richtlijnen en 49 aanvullende randomized controlled trials hebben zij een aantal positieve en negatieve aanbevelingen gedaan over de effectiviteit van spinale en perifere gewrichtsmanipulatie/mobilisatie voor deze aandoeningen. Inmiddels is er zeer recent een update van deze review verschenen die nagenoeg dezelfde conclusies onderschrijft (provisioneel beschikbaar: Clar et al, 2014). Onderstaand een beknopt overzicht van de belangrijkste conclusies.

Spinale manipulatie/mobilisatie is effectief bij volwassenen

De volgende klachten kunnen succesvol worden behandeld met chiropractie:

  • acute, subacute en chronische lage rugpijn;
  • migraine en cervicogene hoofdpijn;
  • cervicogene duizeligheid;
  • acute en subacute nekpijn;
  • acute whiplash-associated disorder klachten en
  • chronische nekpijn, mits gecombineerd uitgevoerd met oefeningen;

een aantal extremiteitsklachten zoals:

  • patellofemoraal pijn syndroom;
  • plantaire fasciitis;
  • schoudergordel klachten;
  • laterale epicondylitis.

Lage rugklachten

  • Sterke evidentie dat spinale manipulatie/mobilisatie een effectieve behandeloptie is voor subacute en chronische lage rugpijn.
  • Redelijke evidentie dat spinale manipulatie/mobilisatie een effectieve behandeloptie is voor subacute en chronische lage rugpijn bij ouderen.
  • Redelijke evidentie dat spinale manipulatie/mobilisatie een effectieve behandeloptie is voor acute lage rugpijn bij volwassenen.

Coccydynia (klachten van het stuitje)

Niet sluitende evidentie wijzend in een positieve richting voor spinale manipulatie voor het behandelen van coccydynia.

Nekklachten

  • Redelijke evidentie dat mobilisatie gecombineerd met oefeningen effectief is voor acute whiplash-associated disorders.
  • Redelijke evidentie dat spinale manipulatie/mobilisatie gecombineerd met oefeningen effectief is voor chronische aspecifieke nekpijn.
  • Redelijke evidentie dat thoracale spinale manipulatie/mobilisatie effectief is voor acute en subacute aspecifieke nekpijn.

Cervicogene hoofdpijn

  • Redelijke evidentie dat spinale manipulatie effectiever is bij cervicogene hoofdpijn dan placebo, frictie massage of afwachten.
  • Redelijk evidentie dat spinale manipulatie net zo effectief is als oefening/training.

Migraine

Redelijke evidentie dat spinale manipulatie een profylactische werking heeft voor migraine gelijk aan amitriptyline.

Cervicogene Duizeligheid

Redelijke evidentie dat mobiliserende handelingen een effectieve behandeling is voor cervicogene duizeligheid, op zijn minst op de korte termijn.

Schouderklachten

  • Redelijke evidentie dat intensieve mobilisatie superieur is aan milde mobilisatie voor reductie van beperking, maar niet voor pijn, in adhesieve capsulitis.
  • Redelijke evidentie dat de toevoeging van manipulatie/mobilisatie aan medische zorg voor schoudergordelpijn en -disfunctie meerwaarde heeft.

Laterale epicondylitis (tenniselleboog)

Redelijke evidentie dat mobilisatie van de elleboog gecombineerd met oefeningen een betere lange (maar slechtere korte) termijn verwachting heeft ten opzichte van corticosteroiden injecties.

Carpaal tunnel syndroom

Niet sluitende evidentie wijzend in een positieve richting voor manipulatie/mobilisatie voor het behandelen van carpaal tunnel syndroom.

Heup artrose (slijtage)

Redelijke evidentie dat heup manipulatie superieur is aan oefeningen als behandeling van de symptomen van heup artrose.

Knie klachten

  • Redelijke evidentie dat manuele behandeling van de knie en/of de gehele bewegingsketen (sacro-iliacaal gewricht tot en met voet) in combinatie met training effectief is voor de symptomen van knie slijtage.
  • Redelijke evidentie dat manuele behandeling van de knie en/of de gehele bewegingsketen (sacro-iliacaal gewricht tot en met voet) in combinatie met training effectief is voor patellofemoraal pijn syndroom.

Plantaire fasciïtis (hielspoor)

Redelijke evidentie dat manuele behandeling van de knie en/of de gehele bewegingsketen (sacro-iliacaal gewricht tot en met voet) in combinatie met training effectief is voor plantaire fasciïtis.

Temporo mandibulaire gewrichtsklachten (kaakgewricht)

Niet sluitende evidentie wijzend in een positieve richting voor mobilisatie voor het behandelen van temporomandibulaire disfunctie.

Referenties

  • Bronfort G, Haas M, Evans R, Leininger B, Triano J. (2010) Effectiveness of manual therapies: the UK evidence report. Chiropr Osteopat. 2010 Feb 25;18:3. doi: 10.1186/1746-1340-18-3
  • Clar C, Tsertsvadze A, Court R, Lewando Hundt G, Clarke A, Sutcliffe P (2014). Clinical effectiveness of manual therapy for the management of musculoskeletal and non-musculoskeletal conditions: systematic review and update of UK evidence report. – Chiropractic & Manual Therapies 22, 10:12
  • Brussee WJ, Assendelft WJJ, Breen AC (2001) Communication between general practitioners and chiro-practors. J Manip Physiol Ther 24(1): 12-16
  • Rubinstein S, Pfeifle CE, Tulder van MW, Assendelft WJJ (2000) Chiropractic patients in the Netherlands: A descriptive study. J Manip Physiol Ther 23(8): 557-563

Misvatting over onderzoek naar effecten

De praktijk leert dat er bij collega’s in het medische circuit vaak de indruk bestaat dat er geen of nauwelijks onderzoek is gedaan naar de effecten van de chiropractische behandeling. In 2010 heeft een vijftal vooraanstaande onderzoekers een systematische review geschreven over de effectiviteit van gewrichtsmanipulatie, -mobilisatie en massage voor een scala aan klachten (Bronfort et al, 2010). Gebaseerd op 46 systematische reviews, 16 klinische richtlijnen en 49 aanvullende randomized controlled trials hebben zij een aantal positieve en negatieve aanbevelingen gedaan over de effectiviteit van spinale en perifere gewrichtsmanipulatie/mobilisatie voor deze aandoeningen. Inmiddels is er zeer recent een update van deze review verschenen die nagenoeg dezelfde conclusies onderschrijft (provisioneel beschikbaar: Clar et al, 2014). Onderstaand een beknopt overzicht van de belangrijkste conclusies.

Spinale manipulatie/mobilisatie is effectief bij volwassenen

De volgende klachten kunnen succesvol worden behandeld met chiropractie:

  • acute, subacute en chronische lage rugpijn;
  • migraine en cervicogene hoofdpijn;
  • cervicogene duizeligheid;
  • acute en subacute nekpijn;
  • acute whiplash-associated disorder klachten en
  • chronische nekpijn, mits gecombineerd uitgevoerd met oefeningen;

een aantal extremiteitsklachten zoals:

  • patellofemoraal pijn syndroom;
  • plantaire fasciitis;
  • schoudergordel klachten;
  • laterale epicondylitis.

Lage rugklachten

  • Sterke evidentie dat spinale manipulatie/mobilisatie een effectieve behandeloptie is voor subacute en chronische lage rugpijn.
  • Redelijke evidentie dat spinale manipulatie/mobilisatie een effectieve behandeloptie is voor subacute en chronische lage rugpijn bij ouderen.
  • Redelijke evidentie dat spinale manipulatie/mobilisatie een effectieve behandeloptie is voor acute lage rugpijn bij volwassenen.

Coccydynia (klachten van het stuitje)

Niet sluitende evidentie wijzend in een positieve richting voor spinale manipulatie voor het behandelen van coccydynia.

Nekklachten

  • Redelijke evidentie dat mobilisatie gecombineerd met oefeningen effectief is voor acute whiplash-associated disorders.
  • Redelijke evidentie dat spinale manipulatie/mobilisatie gecombineerd met oefeningen effectief is voor chronische aspecifieke nekpijn.
  • Redelijke evidentie dat thoracale spinale manipulatie/mobilisatie effectief is voor acute en subacute aspecifieke nekpijn.

Cervicogene hoofdpijn

  • Redelijke evidentie dat spinale manipulatie effectiever is bij cervicogene hoofdpijn dan placebo, frictie massage of afwachten.
  • Redelijk evidentie dat spinale manipulatie net zo effectief is als oefening/training.

Migraine

Redelijke evidentie dat spinale manipulatie een profylactische werking heeft voor migraine gelijk aan amitriptyline.

Cervicogene Duizeligheid

Redelijke evidentie dat mobiliserende handelingen een effectieve behandeling is voor cervicogene duizeligheid, op zijn minst op de korte termijn.

Schouderklachten

  • Redelijke evidentie dat intensieve mobilisatie superieur is aan milde mobilisatie voor reductie van beperking, maar niet voor pijn, in adhesieve capsulitis.
  • Redelijke evidentie dat de toevoeging van manipulatie/mobilisatie aan medische zorg voor schoudergordelpijn en -disfunctie meerwaarde heeft.

Laterale epicondylitis (tenniselleboog)

Redelijke evidentie dat mobilisatie van de elleboog gecombineerd met oefeningen een betere lange (maar slechtere korte) termijn verwachting heeft ten opzichte van corticosteroiden injecties.

Carpaal tunnel syndroom

Niet sluitende evidentie wijzend in een positieve richting voor manipulatie/mobilisatie voor het behandelen van carpaal tunnel syndroom.

Heup artrose (slijtage)

Redelijke evidentie dat heup manipulatie superieur is aan oefeningen als behandeling van de symptomen van heup artrose.

Knie klachten

  • Redelijke evidentie dat manuele behandeling van de knie en/of de gehele bewegingsketen (sacro-iliacaal gewricht tot en met voet) in combinatie met training effectief is voor de symptomen van knie slijtage.
  • Redelijke evidentie dat manuele behandeling van de knie en/of de gehele bewegingsketen (sacro-iliacaal gewricht tot en met voet) in combinatie met training effectief is voor patellofemoraal pijn syndroom.

Plantaire fasciïtis (hielspoor)

Redelijke evidentie dat manuele behandeling van de knie en/of de gehele bewegingsketen (sacro-iliacaal gewricht tot en met voet) in combinatie met training effectief is voor plantaire fasciïtis.

Temporo mandibulaire gewrichtsklachten (kaakgewricht)

Niet sluitende evidentie wijzend in een positieve richting voor mobilisatie voor het behandelen van temporomandibulaire disfunctie.

Referenties

  • Bronfort G, Haas M, Evans R, Leininger B, Triano J. (2010) Effectiveness of manual therapies: the UK evidence report. Chiropr Osteopat. 2010 Feb 25;18:3. doi: 10.1186/1746-1340-18-3
  • Clar C, Tsertsvadze A, Court R, Lewando Hundt G, Clarke A, Sutcliffe P (2014). Clinical effectiveness of manual therapy for the management of musculoskeletal and non-musculoskeletal conditions: systematic review and update of UK evidence report. – Chiropractic & Manual Therapies 22, 10:12
  • Brussee WJ, Assendelft WJJ, Breen AC (2001) Communication between general practitioners and chiro-practors. J Manip Physiol Ther 24(1): 12-16
  • Rubinstein S, Pfeifle CE, Tulder van MW, Assendelft WJJ (2000) Chiropractic patients in the Netherlands: A descriptive study. J Manip Physiol Ther 23(8): 557-563